Gezelschapsdieren

Honden en katten zijn geweldige maatjes om je leven mee te delen. Steeds meer zijn ze onderdeel van het gezin geworden.

Waar katten een aantal decennia terug nog volop werden gehouden in boerenschuren om muizen en ratten te bestrijden en honden gehouden werden om het erf te bewaken of om te jagen, zijn ze steeds meer binnen in onze huizen komen wonen. En zijn ze vaak allang niet meer bij ons om een bepaalde taak uit te voeren, behalve dan dat van gezelschapsdier.

Bepaalde eigenschappen van honden worden nog steeds gebruikt, maar dan vaak voor het plezier tussen eigenaar en hond. Bijvoorbeeld jachttraining en speuren.

Naast dat de hond meer en meer een gezinslid is geworden, zijn ze ook steeds meer inzetbaar op velerlei gebieden in de maatschappij. De band tussen mens en hond levert prachtige samenwerkingsverbanden op. Denk aan de blindengeleidehond (www.geleidehond.nl), de politiehond, speur- en reddingshonden (www.knpv.nl) en hulphonden (http://www.hulphond.nl/).

De manier waarop wij katten en honden houden, is verre van “natuurlijk” te noemen. Nu zijn onze huiskatten en honden geen wilde dieren meer; toch hebben zij nog wel behoeftes die overeenkomen met hun wilde voorouders.

De kat die binnenshuis gehouden wordt en nooit naar buiten kan of mag, mist toch de behoefte om te jagen en te struinen door de buurt. En honden zijn roedeldieren, die niet graag alleen zijn. Toch zijn er veel honden die dagelijks uren alleen moeten doorbrengen zonder maatje.

Ook wordt er vaak niet aan hun loopbehoefte voldaan. Geen enkele hond heeft genoeg aan 3 x per dag een ommetje van 10 minuten. Om over de kat die binnenshuis woont maar te zwijgen.

Ook de voeding die ze heden ten dage krijgen lijkt in niets op wat hun voorouders aten. Tegenwoordig eet een groot percentage honden en katten brok en ook nog eens dag in dag uit dezelfde brok.

Van nature is de kat een echte carnivoor, die bijna uitsluitend vlees eet. De kat is niet gemaakt om koolhydraten te verteren. En laat dat nu net het hoofdbestanddeel zijn van brokken. Daarnaast drinken katten erg weinig van zichzelf. Normaal gezien halen ze het grootste deel van hun vocht uit hun voeding (vlees bevat een behoorlijk percentage water). Die combinatie kan er dus voor zorgen dat katten blaasgruis, diabetes, overgewicht, nierproblemen en meer ontwikkelen.

De hond is eigenlijk meer een omnivoor. Zij lusten eigenlijk alles. Vlees, vis, ei, groenten, kruiden, fruit, zaden en granen zouden deel mogen uitmaken van hun dieet. Heel wat afwisselender dan elke dag brok. Ook hondenbrok bestaat voor het grootste deel uit koolhydraten. Honden kunnen dit beter verteren dan katten, maar het staat niet in verhouding tot wat ze zouden binnenkrijgen als ze een dood dier zouden eten. In de darminhoud van planteneters zitten verteerde plantenresten. Deze bestaan o.a. uit koolhydraten. Het merendeel van dit dode dier is echter nog steeds vlees met botten.

En dan is er ook nog het fysieke aspect. Dit geldt zeker voor honden waarmee gesport wordt, maar eigenlijk voor elke hond en kat. Als een dier iets onder de leden heeft of pijn heeft, dan wordt dit niet altijd bijtijds opgemerkt. Het dier laat misschien nog niet veel symptomen zien, maar toch zijn er vaak kleine aanwijzingen dat er iets niet klopt. Het dier slaapt meer, heeft niet veel trek om te eten of te kauwen, is een beetje chagrijnig bij aanraken of springt niet meer op de bank, drinkt meer of plast meer, ziet er dof uit en wast zich niet goed. Dit zijn allemaal tekenen die kunnen wijzen op een onderliggende aandoening op allerlei vlakken.

Kortom: de manier van houden, de voeding, de hoeveelheid beweging, ziekten en training hebben allemaal invloed op het welzijn van onze hond of kat.

Om een blije, gezonde hond of kat te krijgen, is soms aanpassing op een aantal vlakken nodig

En al is het niet altijd mogelijk om ieder aspect optimaal te krijgen, er zou wel gestreefd moeten worden naar het hoogst haalbare in een bepaalde situatie.

Dierenartspraktijk van Nature kan u uitgebreid adviseren op velerlei gebieden. Daarnaast heeft de praktijk samenwerkingsverbanden met allerlei specialisten op hun gebied.